Please select a page template in page properties.

Uitzonderingen voor onderzoek

Volgens artikel 9.2 AVG bestaan er verschillende uitzonderingen waarbinnen de verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens toch mogelijk is. We behandelen op deze pagina de uitzonderingen en bekijken een voorbeeld dat de achterliggende redenen van deze uitzonderingen illustreert.

Laten we eerst eens kijken hoe de uitzondering voor wetenschappelijk onderzoek in de AVG is opgenomen. Met betrekking tot onderzoek is artikel 9.2j van toepassing:

9.2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan:

j) de verwerking is noodzakelijk met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, op grond van Unierecht of lidstatelijk recht, waarbij de evenredigheid met het nagestreefde doel wordt gewaarborgd, de wezenlijke inhoud van het recht op bescherming van persoonsgegevens wordt geëerbiedigd en passende en specifieke maatregelen worden getroffen ter bescherming van de grondrechten en de belangen van de betrokkene.

De onderzoeker moet dus steeds een afweging maken en onderbouwen waarom de verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens noodzakelijk is in relatie tot het wetenschappelijke doel van het betreffende onderzoek (dit slaat op de subsidiariteitsvereiste en proportionaliteitsvereiste in relatie tot de onderzoeksvraag - kijk hier voor een toelichting op deze begrippen).

De onderzoeker moet goed zoeken naar alternatieve, minder ingrijpende manieren om hetzelfde doel te bereiken. Dit begint steeds met twee afwegingen:

  1. Zijn de bijzondere persoonsgegevens echt nodig in dit onderzoek?
  2. Hoe verzamel je als onderzoeker die gegevens op de minst belastende of risicovolle manier?

Een antwoord op de tweede vraag kan bijvoorbeeld zijn door deze noodzakelijke bijzondere categorieën van persoonsgegevens uit bestaande registers te ontlenen, in plaats van door surveys opnieuw te verzamelen. Onderzoekers dienen zich terdege bewust te zijn van de noodzaak voor dit type gevoelige persoonsgegevens nog meer en betere bescherming te bieden.

In de spotlight


Voorbeeld: 'Gevoelige persoonsgegevens'

Voorbeeld: 'Gevoelige persoonsgegevens'

Als extreem voorbeeld van de gevoeligheid van deze gegevens hoeven we alleen terug te denken aan de Tweede Wereldoorlog. Wanneer in die periode een persoon als Jood of communist bij de Duitse bezetter bekend was, dan kon dat de dood tot gevolg kunnen hebben. Ook kan het uiten van homoseksuele gevoelens in diverse landen leiden tot lijf- of gevangenisstraffen.

Maar ook in Nederland kan het voorkomen dat bepaalde politieke overtuigingen binnen specifieke beroepsgroepen iemands carrière negatief beïnvloeden. Of dat kennis van iemands gezondheid van invloed is op de uitkomst van een sollicitatiegesprek. Kortom, het bekend worden van gevoelige persoonsgegevens kan zowel direct als indirect grote gevolgen hebben voor de betrokken persoon en deze persoonsgegevens vereisen dan ook een grotere mate van bescherming. 

Meer weten over de mogelijke consequenties van het delen van gevoelige persoonsgegevens? Lees dan het boek ‘Je hebt wel iets te verbergen’ van Dimitri Tokmetzis en Maurits Martijn.


Een onderzoeker of organisatie mag dus geen gebruik maken van gevoelige persoonsgegevens, tenzij een van de uitzonderingen uit artikel 9.2 geldt. Dat is anders dan het werken met reguliere persoonsgegevens; die mag een onderzoeker sowieso gebruiken als er een grondslag bestaat en er adequate maatregelen getroffen zijn. Het niet mogen verwerken van gevoelige persoonsgegevens lijkt tegenstrijdig met de doelstelling van de AVG, waarbij het juist gaat om het stimuleren van een ‘free movement of data’ (‘betreffende het vrije verkeer van die gegevens’), zoals te zien is in de titel van de AVG:

 

Omdat er echter bij onderzoek vanuit de wetenschappelijke werkwijze en traditie vaste controlemechanismen aanwezig zijn, is het binnen bepaalde voorwaarden dus wel mogelijk om de gevoelige gegevens binnen de kaders van de AVG te verwerken. Deze uitzonderingen zijn te lezen in artikel 89 van de AVG en zijn specifiek voor de Nederlandse context verder toegelicht in artikel 24 van de UAVG.

 

De uitzonderingen opgesomd

Artikel 89 lid 2 (AVG) vormt de belangrijkste uitzondering op basis waarvan de verwerking van gevoelige persoonsgegevens binnen onderzoek wel mogelijk is. Dit vanwege enkele afwijkingen die het artikel benoemt met betrekking tot de rechten van deelnemers aan wetenschappelijk onderzoek (de ‘betrokkenen’):

Wanneer persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten de verwezenlijking van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

Nederland heeft in artikel 44 van de Uitvoeringswet AVG (lidstatelijke recht) invulling gegeven aan de ruimte die artikel 89 lid 2 van de AVG biedt. Op grond van artikel 44 (UAVG) kunnen de artikelen 15, 16 en 18 van de AVG buiten beschouwing worden gelaten. Dit betreft:

  • Artikel 15 - Recht van inzage van de betrokkene
  • Artikel 16 - Recht op rectificatie
  • Artikel 18 - Recht op beperking van de verwerking

Zo moet om redenen van reproduceerbaarheid en wetenschappelijke integriteit, na intrekking van de toestemming, wel verdere verwerking van nieuwe gegevens van het individu worden gestaakt. De persoonsgegevens die verwerkt zijn tot het moment van intrekken van toestemming (en dus legitiem zijn verkregen en verwerkt) mogen verwerkt blijven. Dit dient van tevoren aan de mogelijke deelnemers van een onderzoek helder gecommuniceerd te worden.